Lerene-learning

Q&A Richtinggevend Kader | Dialoog | Q-Analyse | Berichtenverkeer | Implementatie

Voor inhoudsdeskundige en administratieve professionals bij gemeenten en jeugdhulpaanbieders. De belangrijkste vragen en antwoorden vind je hier. Staat jouw vraag er niet tussen? Stuur dan een mail naar info@sbjh.nl o.v.v. Project doorontwikkeling RGK.

Het Richtinggevend Kader maakt onderscheid tussen enkelvoudige en meervoudige Verzoeken Om Toewijzing (VOT’s), toewijzingen en Verzoeken Om Wijziging (VOW’s). Enkelvoudig kan je gebruiken als een aanbieder één product binnen een traject levert. Meervoudig kan je gebruiken als een aanbieder meerdere producten binnen één traject levert. Is er al een enkelvoudig product afgegeven en komt er een product bij? Dan blijft het product dat al is afgegeven enkelvoudig en wordt het product dat er bijkomt meervoudig. 

Het Richtinggevend Kader draagt bij aan het bewust omgaan met de intensiteit en duur van jeugdhulp. Het geeft een bandbreedte per product op basis van de inzet van jeugdhulp in de afgelopen jaren. Het Richtinggevend Kader is geen absolute norm. Welke jeugdhulp wanneer wordt ingezet, blijft maatwerk. 

Het Richtinggevend Kader geeft een indicatie voor de inzet van jeugdhulp bij de start van een traject. De inzet is en blijft maatwerk. Het zorgt voor een strakkere sturing op volume en duur van de jeugdhulp. Het is op casusniveau geen middel om kosten te besparen maar een leidraad voor het houden van een dialoog. 

Vanaf 1 januari 2021. Maar dan gaat het eigenlijk pas starten. Het werken met het Richtinggevend Kader en de Dialoog krijgt vorm in de praktijk, door de samenwerking tussen de professionals van jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en gemeenten. We staan aan het begin van een ontwikkeling waarin we elkaar gaan opzoeken en versterken. Het Richtinggevend Kader en de Dialoog helpen daarbij. 

Het Richtinggevend Kader geeft een beeld per aanbieder van de in te zetten zorg in intensiteit en duur. Een deel daarvan vraagt op basis van het Richtinggevend Kader om dialoog.

Het Richtinggevend Kader helpt je bij het bewust omgaan met de intensiteit en duur van jeugdhulp. Hoeveel zorg denk ik nodig te hebben en wat is nu de daadwerkelijke inzet? Het Richtinggevend Kader geeft per aanbieder inzicht in de intensiteit en duur van de jeugdhulp in de afgelopen jaren en omvat de onderste 75% van deze inzet. Met behulp van het Richtinggevend Kader kun je afwegen of het nodig is om een dialoog te starten. Of je de dialoog toegevoegde waarde heeft, weeg je inhoudelijk af.  

Als de Verzoeken Om Toewijzing (VOT’s) niet realistisch (te ruim) zijn in de ogen van gemeenten, starten zij daarvoor de dialoog. Het initiatief daartoe kunnen jeugdhulpaanbieders zelf ook nemen. Als de VOT dreigt te worden overschreden (te krap is) en de jeugdhulp nog moet worden voortgezet, moeten jeugdhulpaanbieders tijdig een Verzoek Om Wijziging (VOW) indienen. Daarbij kunnen zij aan de hand van het Richtinggevend Kader afwegen of er aanleiding is om een dialoog te starten. 

Het lokale team van de gemeente kan het Richtinggevend Kader gebruiken bij een eigen verwijzing. De jeugdhulpaanbieder kan het gebruiken bij het opstellen van een Verzoek Om Toewijzing (VOT) of  Verzoek Om Wijziging (VOW). Het lokale team van de gemeente kan het Richtinggevend Kader gebruiken bij de vertaling van een VOT of VOW naar een toewijzing. 

Het Richtinggevend Kader is in eerste instantie ontwikkeld om de sterk stijgende kosten van de jeugdhulp te beheersen. Inmiddels zien we vooral de waarde ervan voor de samenwerking tussen professionals en hun resultaten. Naast een middel om grip te krijgen op de stijgende kosten van de jeugdhulp, borgt de dialoog tussen professionals dat er voldoende kwalitatieve hulp wordt geboden. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en lokale teams.  

Het huidige Richtinggevend Kader is een kwantitatief kader. Het is gebaseerd op een analyse van daadwerkelijk ingezette eenheden zorg in jeugdhulptrajecten in de periode van het eerste kwartaal 2018 tot en met het derde kwartaal 2020. Voor een representatieve verhouding tussen lange en korte trajecten zijn alleen de afgeronde trajecten met een startdatum tussen februari 2018 en april 2019 meegenomen. Voor de vertaling naar een Richtinggevend Kader zijn deze afgeronde trajecten per aanbieder gerangschikt op intensiteit en duur. De onderste 75% daarvan vormt per aanbieder het Richtinggevend Kader. De overige 25% valt daarbuiten en kan vragen om een dialoog. 

Er is inderdaad een specifiek kader voor elke jeugdhulpaanbieder die in het verleden de gecontracteerde producten heeft geleverd. Niet per gemeente; alle gemeenten hebben hetzelfde kader. De bandbreedte tussen het 60e en 75e percentiel -het eerste en tweede cijfer in het Richtinggevend Kader per product- is bedoeld als indicatie voor het starten van de dialoog. 

Klopt vrijwel helemaal. Jeugdhulpaanbieders hebben alleen een individueel kwantitatief kader op die producten waar er voldoende waarnemingen waren om een betrouwbaar kader op te baseren (vijf of meer waarnemingen). Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden heeft een toets op data en betrouwbaarheid gedaan voor elke combinatie van aanbieder en product en voor enkelvoudig en meervoudig. Sommige aanbieders zijn nieuw en andere aanbieders hebben producten die zij maar weinig leveren. Voor alle overige aanbieders en producten gebruiken we het referentiekader. Alle bestaande aanbieders hebben dit kader ontvangen. 

Gecertificeerde instellingen (GI) en huisartsen (POH/POJ) krijgen ook de beschikking over deze informatie. Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden ontwikkelt een tool voor professionals in de lokale toegang van de gemeente. Hierin staat het Richtinggevend Kader per product en aanbieder. We onderzoeken of deze tool ook gebruikt kan gaan worden door verwijzers. We nemen de gecertificeerde instellingen (GI) in het eerste kwartaal van 2021 mee in het werken met het Richtinggevend Kader. De GI’s passen hun werkprocessen waar mogelijk hierop aan. Ook gaan wij in het eerste kwartaal met gemeenten in gesprek hoe wij hen kunnen ondersteunen met de informatievoorziening richting de POH/POJ in hun gemeente. 

Alle informatie die beschikbaar is voor gemeenten een aanbieders is te vinden in de E-learning Richtinggevend Kader en Dialoog.

Er is een E-learning Richtinggevend Kader en Dialoog beschikbaar voor iedereen die met het Richtinggevend Kader gaat werken. Onderaan de startpagina ‘Welkom bij de E-learning Richtinggevend Kader en Dialoog’ vind je meer informatie waaronder deze Q&A en kun je het ‘Webinar van 30 november 2020 Richtinggevend Kader | Q-analyse, Berichtenverkeer, Dialoog’ terugkijken. 

Dit kan wanneer de toewijzing wordt afgegeven voor 18 uur met een einddatum van 12 maanden later. Het zou verkeerd gaan als de toewijzing voor 1,5 uur per maand wordt afgegeven. ­Het is in deze situatie ook goed om de gemeente te informeren over de reden van de onderbreking. 

Voor alle trajecten is de duur vastgesteld op 12 maanden of minder.

De producten worden los van elkaar aangevraagd en voor elk product geldt dan, los van andere producten, een eigen kader. Dit kader geeft een bandbreedte, geen absolute norm. Uitgangspunt blijft maatwerk per casus. In dit voorbeeld kan de inzet voor Specialistische GGZ  mogelijk lager/hoger dan het Richtinggevend Kader zijn, omdat de cliënt al in behandeling is en daardoor al een betere inschatting te maken is van de benodigde zorg. Deze benodigde uren moeten in een VOT/VOW worden aangevraagd bij de gemeente.

De jeugdhulpaanbieder kan een Verzoek om Toewijzing (VOT) indienen voor het benodigde volume per jaar, in dit voorbeeld meer dan 18 uur. Een wisselende inzet per maand leidt dan niet tot uitval en mogelijk wordt er een dialoog gestart voor toewijzing gezien de hoogte boven het Richtinggevend Kader.

Het Richtinggevend Kader geeft inzicht in de inzet van jeugdhulp op casusniveau. Het is belangrijk om bewust om te gaan met de inzet van jeugdhulp op casusniveau met het oog op de bestedingsruimte per aanbieder per gemeente. Wanneer de intensiteit van de zorg erg hoog aangevraagd wordt, terwijl dit niet nodig is, dan wordt de bestedingsruimte eerder uitgenut. Het Richtinggevend Kader kan dus ondersteunend zijn bij het realistisch inschatten van de benodigde zorg, wat helpend is voor een realistische tussenstand in bestedingsruimte. Een formele relatie hebben de instrumenten niet maar in de praktijk hangen zij wel samen.

Nee. Een administratieve professional kan een signaal afgeven dat een verzoek om toewijzing uitstijgt boven het Richtinggevend Kader. Dat wil niet altijd zeggen dat een dialoog nodig is. Inhoudsdeskundige professionals wegen dat inhoudelijk af. Het is maatwerk. Een dialoog moet toegevoegde waarde hebben. Om onnodige dialogen te voorkomen, kunnen professionals elkaar mailen over de inzet van jeugdhulp. Bijvoorbeeld als zij een product willen inzetten dat standaard uitstijgt boven het Richtinggevend Kader.

Gekoppeld aan het Richtinggevend Kader zijn er twee logische momenten om een dialoog te voeren: 

  • Na de intake, bij het indienen van een Verzoek om toewijzing, een VOT, of bij een toewijzing van de gemeente;
  • Bij een wijziging van de jeugdhulp, als een Verzoek om wijziging, een VOW wordt ingediend.

Een dialoog heeft geen invloed op moment van  indienen van een VOT of een VOW. Het proces van de dialoog loopt daaraan parallel. Een aanbieder of het lokale team kunnen de zorg niet altijd goed inschatten aan de start van het traject. Zij kunnen er dan voor kiezen de jeugdhulp aan te vragen of toe te wijzen op het maximum van het Richtinggevend Kader. En er daarmee voor kiezen om de dialoog bij de VOW te voeren, als er meer duidelijkheid is over de jeugdhulp die nodig is. 

Klopt vrijwel helemaal. Jeugdhulpaanbieders hebben alleen een individueel kwantitatief kader op die producten waar er voldoende waarnemingen waren om een betrouwbaar kader op te baseren. We hebben een toets op data en betrouwbaarheid gedaan voor elke combinatie van aanbieder en product, en voor enkelvoudig en meervoudig. Deze aanbieders hebben enkel een gevuld kader gekregen voor die producten waar voldoende data beschikbaar was. Sommige aanbieders zijn nieuw en andere aanbieders hebben producten die zij maar weinig leveren. Voor alle overige aanbieders en producten gebruiken we het referentiekader. Alle aanbieders hebben dit kader ontvangen. 

Dit is een overleg waarin inhoudsdeskundige professionals telefonisch contact met elkaar opnemen. De dialoog gaat over de jeugdhulp die de jeugdige of het gezin nodig hebben: het product, de intensiteit en de duur van de jeugdhulp. 

Een administratieve professional kan een signaal afgeven dat een Verzoek om Toewijzing (VOT) uitstijgt boven het Richtinggevend Kader. Dat wil niet altijd zeggen dat een dialoog nodig is. Inhoudsdeskundige professionals wegen inhoudelijk af of de dialoog noodzakelijk is. Dat is maatwerk. Een dialoog moet toegevoegde waarde hebben. 

Een professional van het lokale team of van een jeugdhulpaanbieder kan de dialoog starten. Wie het initiatief neemt, hangt af van de verwijzer. Bij een verwijzing door de gemeente start de gemeente de dialoog. Een medische verwijzing of een verwijzing van een gecertificeerde instelling gaat rechtstreeks naar een jeugdhulpaanbieder. Bij zo’n verwijzing kan de aanbieder de dialoog starten. Als de aanbieder dat niet doet, kan de gemeente de dialoog alsnog starten wanneer zij vragen heeft over het Verzoek Om Toewijzing (VOT).Ook bij een wijziging kan de aanbieder de dialoog starten. Als de aanbieder dat niet doet, kan het lokale team bij vragen dat alsnog doen.

Als de jeugdhulpaanbieder en de gemeente elk hun eigen verantwoordelijkheid nemen om de dialoog te starten, verkleint dat hun afstand. Zij leren elkaar beter kennen en begrijpen. Van daaruit worden verschillen overbrugd. Het werken aan een gedeeld belang, de inzet van passende jeugdhulp op casusniveau, is hierin verbindend. 

Gekoppeld aan het Richtinggevend Kader zijn er twee logische momenten om een dialoog te voeren: 

  • Na de intake, bij het indienen van een Verzoek Om Toewijzing (VOT);
  • Bij een wijziging van de jeugdhulp, als een Verzoek Om Wijziging (VOW) wordt ingediend.

Een dialoog heeft geen invloed op moment van indienen van een VOT of een VOW. Het proces van de dialoog loopt daaraan parallel.

Je kan er dan voor kiezen de jeugdhulp aan te vragen of toe te wijzen op het maximum van het Richtinggevend Kader. Vervolgens voer je de dialoog bij het Verzoek Om Wijziging (VOW) als er meer duidelijkheid is over de benodigde jeugdhulp. Een andere optie is om de duur in te korten waardoor er eerder een dialoogmoment ontstaat waarin wel meer over de benodigde zorg gezegd kan worden. 

Je mag geen dialoog voeren over het feitelijke jeugdhulptraject zonder toestemming van de jeugdige/ouders. De dialoog mag zonder toestemming wél gaan over het maatschappelijk resultaat en de doelen, bijvoorbeeld: 

  • de gezinssituatie is veilig
  • de jeugdige gaat naar school/ maakt school af
  • de jeugdige is psychisch gezond

Kijk voor meer informatie over privacy in de E-learning Richtinggevend Kader en Dialoog. Er kan veel zonder de privacy in het geding komt. Dit is dan ook het uitgangspunt bij de dialoog. 

De aanbieder en de gemeente kunnen er beiden voor kiezen om een dialoog te starten.

Dan kan de jeugdhulpaanbieder de dialoog starten, als dat op basis van de inhoud van de jeugdhulp meerwaarde heeft. De dialoog wordt ook dan gevoerd tussen de aanbieder en het lokale team van de gemeente. ­

Ja. We richten ons daarbij eerst op de gecertificeerde instellingen en de praktijkondersteuners van de huisartsen. 

De GI moet vanuit haar regierol participeren in de dialoog. 

Nee, tenzij dat is gewenst om zorginhoudelijke redenen, met toestemming en betrokkenheid van de jeugdige en zijn ouders.

Nee. Een administratieve professional kan een signaal afgeven dat een Verzoek Om Toewijzing (VOT) uitstijgt boven het Richtinggevend Kader. Dat wil niet altijd zeggen dat een dialoog nodig is. Inhoudsdeskundige professionals wegen dat inhoudelijk af. Het is maatwerk. Een dialoog moet toegevoegde waarde hebben. 

Het is belangrijk dat de dialoog wordt gevoerd door zorginhoudelijke professionals. Zij zullen inderdaad niet altijd gelijke kennis en kunde hebben. Het gaat erom dat zij gelijkwaardige gesprekspartners zijn voor de dialoog. 

Die gedachte is onveranderd. De dialoog gaat primair over wat wordt ingezet: product, intensiteit en duur. Hiervoor is ook geen toestemming nodig van jeugdige/ouders. Er is inmiddels bij veel gemeenten veel inhoudelijke kennis, bijvoorbeeld door de inzet van gedragswetenschappers. Hierdoor kan ook de hoe-vraag ter sprake komen. Voor een dialoog die gaat over het feitelijke jeugdhulptraject is wél toestemming van de jeugdige/ouders nodig.  

De dialoog gaat over wat wordt ingezet: product, intensiteit en duur maar ook het ‘hoe’ kan onderwerp van gesprek zijn, met als resultaat dat gezamenlijk optimale inzet wordt geleverd binnen de mogelijkheden van de zorg. Gemeenten hebben veel inhoudelijke kennis, bijvoorbeeld door de inzet van gedragswetenschappers en kunnen in de dialoog een kwalitatieve gesprekpartner zijn voor aanbieders.   

Dat kan alleen als op basis van nieuwe inzichten wijziging nodig is. Dat geeft een aanbieder aan met een Verzoek Om Wijziging (VOW). 

Met de Q-analyse analyseert de regio Haaglanden de inzet van jeugdhulp op productniveau en aanbiederniveau om beter zicht en grip te krijgen op de inzet van de jeugdhulp. Het instrument is gekoppeld aan het Richtinggevend Kader en de Bestedingsruimte. Als professional merk je dat meer de nadruk komt te liggen op een realistische inzet van jeugdhulp. 

De Q-Analyse is gestart in 2020 en de analyses lopen door in 2021.

Informatie over de betekenis en gevolgen van het Berichtenverkeer 3.0 kun je op de website van het landelijk Ketenbureau i-Sociaal Domein vinden: https://i-sociaaldomein.nl/cms/view/57981752/release-iwmo-en-ijw-30.

Een VOW is een Verzoek Om Wijziging. Je kunt een VOW indienen als de toegewezen intensiteit en duur van de jeugdhulp moeten worden gewijzigd en er voor de cliënt nog een lopende toewijzing aanwezig is met een einddatum in de toekomst. Meer informatie hierover is te vinden in het administratieprotocol.    

Ja, bij lopende toewijzingen. Als onverhoopt de toewijzing toch verlopen is, als de einddatum is verstreken, dan kan technisch alleen nog een nieuwe VOT gebruikt worden­.

U kunt een VOW (317-bericht) indienen voor een wijziging van de toewijzing. In die gevallen waarin de inzet wisselt, kunt u het beste uitgaan van de totale beschikkingsduur om uitval te voorkomen. Gemeenten willen bij sommige producten wel (blijven) vasthouden aan de inzet per frequentie. Als u twijfelt, neemt u dan contact op met de gemeente waar het om gaat.  

De codes behoren tot de iStandaard (het Berichtenverkeer), maar voor de zekerheid graag controleren bij de eigen leverancier­.

Ja, er wordt met verschillende Veilig mailen systemen gewerkt in de regio. Dat werkt nu ook zo en is geen probleem. 

Contact
nieuws@sbjh.nl

Jeugdhulpregio Haaglanden bestaat uit de volgende gemeenten: Den Haag, Rijswijk, Leidschendam-Voorburg, Delft, Wassenaar, Zoetermeer, Pijnacker-Nootdorp, Midden-Delfland, Westland

Dit platform is een initiatief van het Programmabureau Jeugdhulp Haaglanden en het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden 

 
Cookie-instellingen